Het zichzelf voortstuwende verhaal

Een schrijver kan [en moet] veel aan zijn tekst doen. Zo stelt hij levensbeschrijvingen van zijn belangrijkste personages samen, laat ze elkaar – over en weer – interviewen. Vertelperspectieven en tijdlijnen worden onderscheiden. Hij schrijft scenes tot in detail uit en bedenkt een plot, toch is het risico groot – ondanks alle voorbereidingen – dat het een levenloos geheel is en blijft. Voor de hand liggende reacties zijn om het [opnieuw] te laten rusten, terughoudend te zijn, of om kundige buitenstaanders gericht om raad te vragen. Allemaal verstandige zaken. Nog beter is het om op eigen kracht na te gaan waarom het beoogde niet loopt.

Dan na lang wachten en dralen, kan er een moment komen dat de [hoofd-]personen door kleine of grote verschuivingen of weglatingen alsnog tot leven worden gebracht. Die veranderingen zijn het gevolg van toeval én van een systematische zelfbevraging. Er blijkt achter het aanvankelijke verhaal nog een andere waarheid schuil te gaan. Het is iets pijnlijks dat de personages verdringen, ontkennen. Het is een waarheid die zij moeten leren dragen. Dat verloop, hoe dat in zijn werk gaat, wil de schrijver zichtbaar maken, vertellen, aan de vergetelheid ontrukken.

Als die andere werkelijkheid is opgeroepen, is het alsof de personages levendiger zijn geworden en – figuurlijk gesproken – over de schouder van de verteller van hun leven en geschiedenis gaan meekijken. Er is sprake van wederzijds vertrouwen, een leiden en een geleid worden, een wederkerigheid van initiatieven. Een luisteren én uitdagen. Nieuwe en oude beelden vloeien logisch en organisch voort uit de aangepaste verhaallijn. Er zijn nog wel botsingen maar ditmaal met als inzet de zeggingskracht van het verhaal. De karakters  van de personages staan vanaf dat moment niet langer ter discussie maar worden gerespecteerd.

Misschien zijn dit wel de gelukkigste momenten van een auteur, het verhaal gaat eindelijk stromen, soms als een woeste rivier en ook als een rustige beek, het gaat een eigen leven leiden onder en door zijn handen. Al het maandenlange – afgeschreven – voorwerk gaat alsnog vruchten afwerpen, het wordt vlot herschreven of ditmaal met opvallend gemak als onbruikbaar terzijde geschoven.

Door op gezette tijden ‘terug te lezen’ ontstaat er een steeds beter en hecht doortimmerd geheel, waarin alles, tot in de kleinste details, een functie en plaats heeft. Alle overbodigheden worden weggesneden in het belang van de levendigheid, de veelzeggendheid, de ontknoping van het zichzelf voortstuwende verhaal.

©Bram Zoon [2017]

 

Over Bram Zoon

Bram Zoon komt uit een gezin van zeven jongens en een meisje. Hij studeerde bedrijfs- en organisatiekunde in Rotterdam (EUR) en Utrecht (Master of Management Change). In december 2010 debuteerde Zoon met Gloed van Liefde, een egodocument. Twee jaar later volgden Egbert Reitsma: architect en kunstschilder en Hemelsplein, een novelle over de zoektocht naar waarheid van econoom Jacob Walbeek. Maart 2014 verscheen De rots van Calpe, waarvan nog datzelfde jaar een tweede druk verscheen. In datzelfde jaar werd Glow of Love bij America Star Books gepubliceerd. In juni 2015 kwam De illusie van de zelfbepaling uit, een bundeling van filosofische essays; prof. dr. Frans Jacobs schreef het voorwoord. Onlangs (september, 2018) kwam de novelle Villa Minerva - Kroniek van een dagboekschrijver, uit bij Brave New Books. Maart 2020 verscheen het essay Kabinet van Heidegger.