vliegt slechts uit als het donker wordt.
Met deze vaststelling wordt verwezen naar de mogelijkheid dat wijsheid pas in de herfst van ons leven kan worden verkregen, als ons einde tastbaarder wordt. In het licht van het einde komen we tot waarheid omtrent onszelf en de anderen. Als onze greep op de dingen wegvalt, als we de ontzetting van de leegte kunnen dragen zijn we instaat om ondeelbaar te leven en op dat moment sterven we, vallen we weg in de eeuwigheid.
In mijn nieuwe boek Villa Minerva spreekt de hoofdpersoon Timo Ketelaar in dit verband van een ‘onvoorziene klaarheid van geest’ die hem bij het terugkijken op zijn leven is toegevallen. Laten we eens kijken wat hem is overkomen.
Ketelaar vertelt zijn vrouw Emma dat hij van plan is om zijn laatste dagboek aantekeningen te bundelen. Ik zal iets citeren uit het gesprek dat ze hier hierover hebben:
‘Heb ik het goed dat je uit de losse delen van het dagboek het geheel van je leven wilt afleiden?’
‘Ja, dat is mijn ambitie. Precies. Op een onverwacht moment kijk je terug op je leven. Opeens zie je hoe het is verlopen. De tot dan toe verborgen samenhang komt onverwacht aan de oppervlakte van je bewustzijn drijven. Om deze onvoorziene klaarheid van geest draait het in deze Villa Minerva. Ogenschijnlijk losse en op zichzelf staande gebeurtenissen vallen op hun plaats, vertonen een onverklaarbare en verbluffende samenhang. Schrijver en lezer zien de voorstelling van een bewustwordingsproces, uiteengelegd in deelstappen, aan zich voorbijtrekken.’ Timo kijkt Emma vragend en onderzoekend aan. Zou ze het een werkbaar idee vinden?
‘Een dergelijke ontwikkeling verloopt niet al te gestroomlijnd. Ik zou het jammer vinden als je die indruk zou wekken.’
‘Oké. Eerder grillig, met breuken, sprongen; momenten van groot geluk, pijn en verdriet wisselen elkaar af. Onvoorspelbaar,’ zegt hij instemmend.
‘Ik geloof er wel in, nu jij nog, geef het een kans. Laat het ontstaan en haast je vooral niet.’
Van de hierboven veronderstelde absolute geest, waar we ons pas later bewust van worden, is hier minder sprake. Eerder op een verbrokkelde, gefragmenteerde wijze, verschijnt het aan Ketelaar. Het vermoeden rijst dat het leven zelf ons belemmert om tot bewustzijn te komen. Alsof we tegen de verdrukking in van de tijd tot een klaar inzicht komen, een doorzicht dat we niet zelf hebben ge- en bevorderd, maar dat ons is geschonken. Doordat Timo letterlijk schipbreuk leidt komt hij in een stemming die niet langer beheerst wordt door de bedwelmende perspectieven van het heden, wellicht is dat toch die absolute waarheid? Bijna alles valt in die ruimte van hem af. Behoeft het daarom verbazing dat het centrale motto in mijn boek ‘Toen ik schipbreuk leed, voer ik goed’, is? Dit credo is ontleend aan Arthur Schopenhauer.
Bram Zoon, Villa Minerva, Brave New Books
Paperback: 130 pp., € 15,37 – ISBN: 9789402178869
E-book: € 3,65 – ISBN: 9789402179149
©Bram Zoon (2018)