In Hemelsplein krijgt hoofdpersoon Jacob Walbeek het onverwachts flink te verduren. Jacob is een alleenstaande vijftiger die werkzaam is voor een grote internationaal opererende bank. Als econometrist voorspelt hij hoe de rente zich zal ontwikkelen. Door zijn aanzienlijke invloed waant hij zich almachtig, maar vlak nadat hij het hoogtepunt van zijn maatschappelijke loopbaan heeft bereikt krijgt hij een mentale inzinking. Er is iets, een besef, dat krachtig en onaangekondigd door zijn afweerpantser is gedrongen, midden in zijn hart.
Jacob neemt zich voor om uit te zoeken wat er speelt. Hij komt erachter dat hij op een andere wijze in het leven wil en moet staan dan hij tot nu toe gewend was. In zijn oude leven overheersten zijn verstand en wilskracht, nu zal hij veel meer moeten varen op zijn intuïtie en gevoel. Aanvankelijk meent hij nog dat het zoeken naar de betekenis van die onbekende kracht door middel van geplande acties plaats kan vinden. Maar deze oude routines werken nog maar tot op beperkte hoogte, zeker als het om zijn privéleven gaat.
Jacob ervaart dat er een onnoembaar, niet noodzakelijkerwijs hoger, beginsel aan zijn leven ten grondslag ligt. Het is een uitgangspunt dat hij niet langer wil ontkennen en tot richtsnoer van zijn nieuwe leven wil maken. Het is meer dan de stem van zijn geweten. Op het moment dat hij zijn aloude en vertrouwde schema’s van ‘goed en slecht’ begint los te laten, kan die bijzondere energie door hem stromen en begint hij te beseffen dat hij niet aan zichzelf, maar slechts aan die onkenbare en toch voelbare realiteit toebehoort.
Bram Zoon debuteerde met ‘Gloed van Liefde’. Over dit egodocument schreef de pers: ‘Gloed van Liefde verdient een bredere lezerskring’.
|