Categorie archieven: Weblog
Het ‘ik’ in de filosofie
Het ‘ik’ is in de filosofie niet onomstreden. Zo voerde Ludwig Wittgenstein een levenslange strijd tegen het filosofisch egocentrisme. Hij laat ons steeds zien dat de begrippen en de kennis die we verwerven hun juistheid niet ontlenen aan privé-ervaringen, zoals gevoelens en herinneringen. Begrippen ontlenen hun juistheid aan publieke regels en handelingen – niet aan ons privédomein. Bij Martin Heidegger is er sprake van totaal andere kijk op het ‘ik’, bij hem staat de ondoorgrondelijkheid van onze individualiteit centraal.[1] Ons er-zijn is raadselachtig omdat het niet opeisbaar of rechtstreeks benaderbaar is; naar de mate waarin we het onderzoeken of bevragen zal het zich terugtrekken. Met Heideggers denkwijze wil ik deze vaststelling wat verder toelichten en mijn [voorlopige] conclusie over het ‘ik’ enigszins inbedden.
Ons zijn in de wereld onttrekt zich aan het alledaagse structurerende, om dit verborgene zijn op het spoor te komen stelt Heidegger voor om een stap terug te zetten in ons denken, niet vooruit zoals we in ons gewone – oplossende – leven gewend zijn. In die vertrouwde vorm is de kans groot dat we ons wezen overslaan, vergeten, of zoals Heidegger benadrukt kwijtraken. Hij bepleit nadrukkelijk een verblijven in ons er-zijn. Dit overwegen is een gewaarworden van ons wezen, een daar in verblijven en ons er [op een uiteenzettende wijze] mee verstaan. Denken heeft bij hem niet de oude en vertrouwde betekenis van het leren begrijpen, het is het opgaan in ons wezen van er [mogen en kunnen] zijn. De mens is bij hem ‘de hoeder van het zijn’.
De voor de hand liggende stap naar voren gaat nog te zeer uit van een be-grijpende ik, een over-meesterende ik die de wereld en de dingen opvordert of opeist, terwijl de stap terug uitgaat van de herkenning van ons wezen, van ons er-zijn.[2] Heideggers denken is of lijkt daarmee niet ik georiënteerd, het draagt niet of minder de kenmerken van een ‘oplossend vermogen’ in zich. We kunnen dit zijn niet naar onze hand zetten. Het verwerkelijkt zich in ons, het realiseert zijn eigen zichtbaarheid en tastbaarheid. Het wordt ons gegeven, het komt of valt ons toe, het is – zo lijkt hij te zeggen – ‘genade’. Het gaat hierbij niet om iets diepzinnigs, of om ingewikkelde begrippen maar het verbergt zich in de stap-terug, zoals Heidegger herhaaldelijk zegt.[3]
Heideggers denken staat in het teken van ons wezen, van ons mens-zijn, van het er-zijn. Het ware denken vloeit uit haar [dat is ons wezen] voort. Het wezen, of het zijn, dient de kans te krijgen om zich te tonen, zich vanuit zichzelf te manifesteren. Heidegger spreekt van: ‘voortbrengen’, van ‘te voorschijn laten komen’, van ‘ontbergen’. [4] Dit nu is met de vraag naar onze individualiteit een belangrijk beginpunt in zijn filosofie.
Mijn conclusie luidt nu dat het ik [als zodanig] een misleidend en oneigenlijk concept is, er wordt een veel te grote betekenis en belang aan toegeschreven. Het vragende ik verdwijnt of lost op zodra het antwoord op de vraag naar wat het wezen van de mens is zich in ons voltrekt. Dat mag dan zo zijn, toch kan het ik zeker wanneer er de hier bedoelde transformatie uitblijft zich aan ons blijven opdringen. Toch moet ook Heidegger de dwang van het ‘ik’ gezien hebben, anders was hij niet op ‘De omkering naar het Zijn’ en haar tegendeel de [voortschrijdende] ‘zijnsvergetelheid’ en ‘zijnsverlatenheid’ gekomen? Hij geeft aan deze raadselachtigheid van onze individualiteit een werkelijke grootse wending door op onze ‘gestemdheid’ te wijzen die ons steeds weer terug naar en op het Zijn kan leiden. [5]
Het Dasein is als in-de-wereld-geworpen-zijn en kan ‘eigenlijk’ of ‘oneigenlijk’ zijn; het kan zichzelf als geworpen ontwerp kiezen, of het kan zichzelf verzaken en zich verliezen in het ‘Men’. Heidegger beschrijft de hardnekkigheid van de oneigenlijkheid: de neiging van het Dasein te denken en te doen zoals ‘men’ denkt en doet. Deze oneigenlijkheid laat zich niet eenvoudig te boven komen; zij wordt niet doorbroken door kritische zelfbezinning [de stap naar voren], maar door een ontvankelijkheid voor de grondstemming van de angst [de stap terug].
Noten
[1] Heidegger spreekt van ons ‘in de wereld geworpen zijn’. Dit geworpen zijn, licht hij als het volgt toe: ‘Het menselijke bestaan (Dasein) is geworpen en het zijn heeft zich als last geopenbaard, want: Heeft ooit een menselijk bestaan er als zichzelf vrij over beslist, en zal het er ooit over kunnen beslissen of het al dan niet in het “bestaan” wil komen?’ [Rüdiger Safranski – Heidegger en zijn tijd (2000) pag. 16.] Het Dasein heeft zichzelf niet in de wereld gebracht. Het heeft te zijn. “De mens is gedoemd vrij te zijn”, zou Sartre later schrijven. Bij Heidegger is ons tijdelijke – zich voltrekkende – bestaan een Zijn ten dode, wij leven de dood tegemoet; inlopen op de dood. Tijd [tijdelijkheid] en is een ander belangrijk begrip in Heideggers denken.
[2] Wij hebben vergeten de vraag naar het zijn te stellen en dat feit zijn we bovendien vergeten. Heidegger spreekt van een tweevoudige of dubbele ‘zijnsvergetelheid’. Hij wil door middel van een fenomenologische analyse het licht werpen op de ‘zin van zijn’. Een van de belangrijkste verdiensten van de fenomenologie is, dat zij de zogenoemde subject-object scheiding te boven komt. De mens bevindt zich niet als een geïsoleerd subject tegenover de objectieve wereld, maar is altijd al ‘in-de-wereld’. Vanuit deze traditie zegt Heidegger niet ik denk, maar het denkt in mij.
[4]In een ander verband wil ik uitgebreider en nadrukkelijker terugkomen op de fenemenologische [en hermeneutische] benadering die Heidegger voorstaat.
[5] Heidegger kent grote betekenis toe aan stemming boven het denken. In feite relativeert hij het denken. ‘In Sein und Zeit (1927) had Heidigger beklemtoond dat het bestaan, en dus ook het denken, altijd doortrokken is van stemmingen. In indrukwekkende analyses van de angst en de verveling had hij laten zien hoe grondstemmingen ons losweken uit de vertrouwde alledaagse bedrijvigheid en ons confronteren met het naakte zijn.’ Veronica Vasterling – Martin Heidegger, in Filosofen van deze tijd, samengesteld door Maarten Doorman en Heleen Pott, 2013, pag. 23 – 36. Het denken van Heidegger voor 1935 is doortrokken met onze wijze van ‘gestemd’ zijn; uiteindelijk plaatst hij stemming boven denken.
Guardamar (Costa Blanca) © Bram Zoon (2015)
Stand van zaken
Bram Zoon komt uit een een-ouder-gezin van zeven jongens en een meisje. Geboren (1947) te Assen, groeide hij op in Meppel en vestigde zich na omzwervingen te Rotterdam. “Daar ontmoette ik mensen die van groot belang zijn geweest voor mijn ontwikkeling. Iemand vroeg me onlangs hoe ik aankijk tegen mijn achtergrond en de personages in mijn boeken. Dit was mijn reactie: Natuurlijk weet ik wel dat onze geschiedenis niet in zo’n kort bestek als hierboven kan worden uiteengezet, het zijn slechts uiterlijke kenmerken. Als we naar ons leven en achtergrond kijken, gaan we al snel inzien dat er veel eerder sprake is van een labyrint, een moeilijk doordringbaar doolhof van op elkaar inwerkende krachten. Een lastig te ontwarren samenspel van ontwikkelingen, (grote en kleine) gebeurtenissen en een verschuivende tijdgeest. De vraag in welke mate we het verleden nodig hebben om nieuwe stappen te zetten of wegen in te slaan is eigenlijk veel interessanter en boeiender dan de vraag naar het verleden als zodanig. Het gaat hierbij om een afweging van wenselijk-, mogelijk- en haalbaarheden, niet alleen van onszelf, maar ook hoe de anderen dat waarnemen en beoordelen. Het draait dan meer om wat vastligt, bewegelijk en voorhanden – zinvol is. Steeds moeten we deze zaken op enigerlei wijze op elkaar zien te betrekken om tot de ervaring van onze ‘stand van zaken’ te komen. Daarbij moeten we vooral niet een al te grote broek willen aantrekken of onszelf op de borstkloppen, alsof het steeds onze eigen verdienste is. Veel valt ons toe, het is niet een rechtlijnig bewustwordingsproces of een -beweging waar we zomaar rechtstreeks en onbelemmerd invloed op kunnen uitoefenen. Het is ook niet een pleidooi om dan alles maar te laten gebeuren, de boel de boel te laten, het is de kunst en gave om beide te combineren, die van gedoseerd stilzitten, gelaten afstand nemen en actief zijn. Zo probeer ik mezelf en vooral mijn personages te zien.”
Tussen afgescheiden en verbonden zijn
Ieder mens heeft een ongeremde (dionysische) en een bedachtzame (apollinische) kant. Al zigzaggend probeert hij tijdens zijn leven een evenwicht te vinden tussen maat en mateloosheid. Aan de ene kant wil hij wel in de pas lopen en aan de andere kant wil hij zich niet teveel aanpassen of binden, iedereen zal een dergelijke beweging wel in zichzelf herkennen.
Maar omdat er onvoldoende vastomlijnde of betrouwbare aanwijzingen zijn om zo’n balans te bereiken loopt hij het risico zich te vertillen aan deze zware taak. Bovendien zijn onze pogingen om ons te hernemen niet altijd eenvoudig omdat we minder snel geneigd zijn kritisch tegenover onze eigen denkbeelden en ervaringen te staan. We verdraaien of verfraaien deze al snel naar het ons uitkomt, houden ons drogbeelden voor die we zelf hebben verzonnen en die niet blijken te bestaan. Daarnaast kan onze constitutionele kwetsbaarheid er ook toe leiden dat we ons zelf willen overtreffen, met alle risico’s van dien.
Op welke wijze kunnen we ontsnappen uit dit labyrint van dubbelzinnigheden? Kan dat, moet dat, welke strijd moet daarvoor gevoerd of nagelaten worden? Waar moeten we dan rekening mee houden, welke krachten spelen een rol? Of moeten we het moede hoofd maar bij voorbaat laten hangen? In mijn nieuwste boek ‘de illusie van de zelfbepaling’ ga ik dieper op deze materie in.
© Bram Zoon 2015
Egbert Reitsma: architect en kunstschilder
Nieuwsbrief juni 2015
Zojuist is mijn nieuwste boek bij Brave New Books verschenen:
De illusie van de zelfbepaling
Met een voorwoord door Prof. dr. Frans Jacobs
Een zoektocht naar verborgen en vergeten inzichten
Bram Zoon, De illusie van de zelfbepaling, Brave New Books, 223 pp., € 17,50 – ISBN: 9789402134421
Inkijkexemplaar (23 van 223 pagina’s): https://www.bramzoon.com/wp-content/uploads/2015/06/Inkijkexemplaar-De-illusie-van-de-zelfbepaling.pdf
Bestellen via: http://www.bol.com/nl/p/de-illusie-van-de-zelfbepaling/9200000045758403/
December jl. is De rots van Calpe in tweede druk gepubliceerd (paperback) en mei jl. als E-book.
De rots van Calpe
Bram Zoon, De rots van Calpe, Brave New Books, paperback 99 pp., € 12,50 – ISBN: 9789402126662, E-book 91 pp., €6,00 – ISBN: 9789402126716.
Paperback: http://www.bol.com/nl/p/de-rots-van-calpe/9200000037377261/
E-book: https://www.bramzoon.com/blog/de-rots-van-calpe-is-nu-ook-in-e-book-verkrijgbaar/
Persbericht ‘De illusie van de zelfbepaling’
Drukproef ‘De illusie van de zelfbepaling’
De rode draad in Ludwig Wittgensteins werk
Het filosofisch leven van Ludwig Wittgenstein (Wenen, 26 april 1889 – Cambridge, 29 april 1951) wordt nogal eens opgedeeld in twee perioden: het Oostenrijkse-/Hongaarse- en het Britse -tijdvak. Beide perioden worden gemarkeerd door twee meesterwerken: de Tractatus (1921) en het postume Filosofische onderzoekingen (1953). Een dergelijke opsplitsing is gerechtvaardigd als we naar Wittgensteins uiterlijke levensloop kijken, maar als we naar zijn intellectuele ontwikkeling kijken is dat de vraag.
Wat zijn de markante verschillen tussen beide perioden of boeken? Wat is er in de tussenliggende periode gebeurd? Moeten deze vragen niet voorop staan, in plaats van in te delen en te ‘kwalificeren’? Wellicht dat dan zal blijken dat een strikte scheiding niet goed houdbaar is en dat er eerder sprake is van een meer vloeiende levensloop dan van een door breuken gedomineerd leven. In dit licht heb ik geprobeerd te achterhalen wat de terugkerende elementen in Wittgensteins denken en wijze van filosoferen zijn.
Waarom denkt en spreekt hij zó anders, geheel afwijkend, buiten de eeuwenlang begaande wegen? Wat bijvoorbeeld te denken van zijn simultaan omgaan met logica en ethiek; waarom scheidt hij deze aandachtsvelden zo nadrukkelijk?
Men is – als men zich aan een beschouwing over Wittgenstein waagt – gewaarschuwd. Ondanks zijn afwezigheid kijkt hij steeds over je schouder mee. Zijn roep om oorspronkelijk en vooral zelfstandig te denken laat je niet snel los. Ga voor deze tekst naar ‘de illusie van de zelfbepaling’.
©Bram Zoon 2015
Een bijzonder vertrouwen
Het was vandaag opnieuw mooi fietsweer. Ik prijs de dag dat ik stopte met werken, terwijl ik leuk werk had. Als ik het gejakker op de Nederlandse wegen zie, denk ik: dat is godzijdank niet meer nodig. Het grote voordeel van het fietsen is dat je een lege kop krijgt en goed – hoe gek het misschien mag klinken – kan nadenken. Ik zit met fikse puzzels in mijn maag, het gaat over een boek dat vermoedelijk in 2016 zal verschijnen. Het is een roman. Al het materiaal is er. Iedere keer denk ik dat ik de sleutel in handen heb en al na enige tijd blijkt dit tevergeefs. Toch gaat het lukken, een bijzonder vertrouwen zegt me dat. Ik heb eens een bekend en gevierd schrijver horen zeggen: dat het schrijven van een roman niet zo iets is als een spijker in de muur slaan. Een knol van een waarheid, ik kan er inmiddels over meepraten. Geduld oefenen, elke dag gestadig doorwerken gecombineerd met slim fietsen en toeslaan op bijzondere momenten moet de oplossing dichterbij brengen.
Recensies ‘De rots van Calpe’
Eerste druk
Evert de Rooij: “De rots van Calpe, net uitgelezen. Fascinerend boek over een ik-figuur met een writers block, die op aanraden van zijn vrouw de eenzaamheid van de paters opzoekt om eindelijk een verhaal van zich af te schrijven dat hem al vanaf zijn jeugd kwelt. Het is iets waar hij zich voor schaamt en dat hij middels een verhaal wil recht zetten. In zijn afzondering lukt het hem om zijn demonen onder ogen te zien. Hij vertelt de lezers een verhaal over zichzelf en zijn vrienden die in hun jonge jaren naar Calpe gingen om te trainen voor het wielerseizoen. Daar gebeurt iets dat hun leven zal tekenen en iedereen gaat daar op een andere manier mee om. De ik-figuur gaat met zijn vrouw op latere leeftijd terug naar Calpe om daar een ander lid van het vriendengroepje te treffen, die daar inmiddels al jaren woont. Samen spitten ze het verleden door en uiteindelijk vindt de ik-figuur rust na een soort catharsis waarin hij bijna zelf het leven laat. In het vliegtuig naar huis ziet hij nog eenmaal de rots van Calpe, waar hij nu een panoramische blik op heeft. Hij concludeert dat er in het leven een rode draad zit die je doorgaans niet zo snel opmerkt, maar die wel een invloed op je heeft die je vaak alleen maar achteraf kunt vaststellen. Boeiend boek, zeker voor mensen die zelf wedstrijden gefietst hebben.”
Jan Nak: “Aard Zorgdrager was in zijn jonge jaren een getalenteerd wielrenner. Samen met zijn maten waren ze een geducht team dat de wedstrijden afstroopten en veel wonnen. Een dramatische, en naar later blijkt traumatische, gebeurtenis in Calpe veranderd in een klap de verhoudingen. Jaren later krijgt Aard last van nare dromen die te maken hebben met het verleden, wat moet hij doen, vergeten of de confrontatie aan gaan.
Als een van zijn vroegere kompanen overlijd is er geen ontkomen aan, Aard gaat samen met zijn vrouw Barbara de strijd aan. In Calpe loopt hij zijn oude fietsmaat Frans Bregonje tegen het lijf. Daarna is er geen andere optie meer mogelijk voor Aard, hij moet afrekenen met het verleden! Dit is in kort bestek waar de novelle van Bram Zoon over gaat. Het verhaal wordt vlot verteld, springend in de tijd, en met kennis van zaken. Vooral de wielerwedstrijden worden tot in detail uitgewerkt wat voor de wielerliefhebbers onder ons zeer herkenbaar is.
Het is een vlot lopend boekje, uitstekend geschreven en lekker spannend. Je denkt te weten hoe het boek gaat eindigen maar toch is het net even anders als je had voorgesteld. Een leuk boekje voor de liefhebber van spannende verhalen en voor wielerliefhebbers. Het is een boek wat je moeilijk weg legt als je er eenmaal inzit, voordeel is dan weer dat het geen dikke pil is. Kortom; prima geschreven, lekker vlot lopend, goed uitgewerkt en met gevoel voor humor en spanning.”
Tweede druk
“Dit is ook geen wielerboek, dit is over hoe het leven kan lopen, door een schrijver met literaire talenten, psychologische, sociologische en filosofische inzichten.”
Guus van Holland: “De rots van Calpe’, de novelle van Bram Zoon, heeft diepe indruk op mij gemaakt. Verwondering en verwarring. Over een ex-wielrenner en zijn oude wielervrienden en -tegenstanders die door een fatale gebeurtenis de grip op elkaar en het leven verliezen. Over vriendschap, liefde en moed. Waarom krijgt dit indrukwekkende boek over wielrenners zo weinig aandacht?”
“Zo’n dialoog tussen oud-wielrenner Aard en zijn vrouw Barbera over de mening van oude wielervrienden:
‘Ze kunnen hun drang tot oordelen maar moeilijk in toom houden.’
‘Maar geldt dat niet voor de hele mensheid? Als wij het maar in de gaten hebben dat we dat ook doen.’
‘Je hebt gelijk. Dan is er al veel gewonnen.’
En dan ook nog fraaie staaltjes van (interne) koersverslagen, typeringen en metaforen. Goed geschreven. Ik heb van het boek genoten.”